OMRI ZIEGELE WHERE’S AFRICA - THAT HAT

Artiest info
Website
bandcamp
Label : Intakt

Omri Ziegele (altsaxofoon, zang en Ney) heb ik al vaker gerecenseerd voor Rootstime, maar voor hen die het vergeten zijn het volgende: hij werd in 1959 geboren, groeide op in Israël en Zwitserland, na zijn eindexamen gymnasium studeerde hij in Londen en Boston voordat hij naar Zürich terugkeerde waar hij nog steeds leeft. Hij heeft een uitgebreid muzikaal netwerk en speelt met muzikanten uit de hele wereld, met het Trio Where’s Africa werd hij al drie keer uitgenodigd in Oezbekistan (!). Hij is een natuurtalent, als leider van verscheidene bands en als expressieve solist treedt hij net zo overtuigend op als verschijning als met zijn markante composities. Hij wentelt zich door de jazzscene van Zürich, organiseert jazzfestivals, geeft muziek onderwijs, hij werkt met de big band Billiger Bauer, een collectief vol creativiteit in de traditie van muzikanten als Charles Mingus en Sun Ra. Met pianiste Irène Schweizer heeft hij bewezen een meester te zijn van uitermate geslaagde muzikale dialogen.

Bij ieder optreden speelt hij zich de longen uit het lijf en niet alleen omdat hij soms een tulband draagt, komt hij over als een wervelende energieke impressie van een derwisj. Billiger Bauer en zijn kleinere groepen Noisy Minority en Where’s Africa zijn boven alles live bands, maar hebben desalniettemin door de jaren heen een indrukwekkende discografie opgebouwd. “That Hat” is het elfde album voor Intact en waarschijnlijk het meest toegankelijke. In eerdere albums zocht hij altijd naar het extreme, het onderzoeken van grenzen of er zelfs overheen gaan, nu beweegt hij zich meer naar het midden. De composities laten pakkende melodieën horen en onweerstaanbare grooves, je kunt ze zingen, je kunt er op dansen, en in betere tijden kon je ze waarschijnlijk horen op de radio, inmiddels natuurlijk onmogelijk. Maar ondanks de blijkbare toegankelijkheid van de muziek, is er toch sprake van een diepere inhoud, die de luisteraar meevoert naar de achtergrond van de muziek met een zachte aandrang, oppervlakkig beluisterd lekker in het oor liggend, maar bij nadere beluistering toch uiterst relevant en interessant. Voor mij is Ziegele sinds ik hem (te laat) heb ontdekt een nieuwe held geworden met zijn extroverte en overrompelende spel en humoristische vocale uitingen, een ware ontdekking. Deze nieuwe samenstelling van Where’s Africa bestaat uit Omri Ziegele op altsaxofoon, nai en vocals, Yves Theiler op keyboards en Dario Sisera op percussie en drums. Alle composities zijn van Ziegele, behalve “Carpathian Folk Song”, een traditional en “Sunflowerpower” van Yves Theiler.

Het album gaat voortvarend van start met “Back Home” een funky nummer waarin zowel sporen van Charlie Parker als Cannonball Adderley zijn te horen in het krachtige spel van Omri, Theiler is op dit album louter te horen op de elektrische piano, net als de meesters uit de jaren ‘60 en ‘70 zoals Chick Corea, Joe Zawinul en Les McCann, beheerst hij dit instrument op superieure wijze waarbij een Ketron GP1 wordt gebruikt voor de bas en een Rhodes Mark II voor de rechter hand waardoor hij een geluidswereld creëert die totaal afwijkt van de akoestische piano, op deze manier komt het instrument helemaal tot zijn recht, prima ! Op het titelnummer “That Hat”, een verwijzing naar de typerende tulband die Omri pleegt te dragen (vermoed ik), is het smullen van de knappe solo’s die Omri uit zijn altsax tevoorschijn tovert. “Mother is always in time” wordt gedragen door een funky ritme van Theiler op zijn keyboard, een beetje in de stijl van Booker T waar Omri lekker overheen knettert, pure rhythm & blues voordat het “ar ’n be” werd genoemd. Omri is te horen op de Nai, een fluit uit Oezbekistan, in “Carpatian Folk Song” hetgeen zorgt voor een totaal andere sfeer, die van wereldmuziek, oosterse klanken, een rustpunt op het album.

“Dying with the wind” is een liefdevol gespeelde compositie waarin Omri zachtjes fluistert op zijn sax, heel mooi. Een melodie die vraagt om mee te fluiten of neuriën kenmerkt “Woke up on the other side of my heart”, maar de inventieve solo van Omri tilt het nummer naar een ander niveau, op de een of andere manier doet het nummer me denken het werk van Rollins. Omri is hier ook vocaal te horen, hij is geen zanger in de ware zin van het woord, maar hij praat zingt heel overtuigend, het past wonderwel. Alle ruimte is er voor de leden van het trio om te excelleren in het vrolijk swingende “You know, I don’t know, Nobody knows”, een knappe en intrigerende compositie waarin alle facetten van de muziek op dit album langs komen, bluesy, swing en ritme. Afgesloten wordt er met “Sunflowerpower”, een vrolijk einde met een catchy riff en veel ruimte voor het keyboardspel van Yves die het ook schreef. Een heerlijk album en een aanrader voor eenieder die wil kennis maken met de muziek van Ziegele, hoewel zijn meeste andere werk misschien wat moeilijker te behappen is voor de gemiddelde luisteraar.

Jan van Leersum.